Column

In de koninginnekamer

17-09-2008
‘Wat vond u ervan, mevrouw Verbeet?' ‘Prachtig majesteit. Geen enkele verspreking.' ‘Dat komt omdat ik de volgende pagina alvast tussen mijn vingers leg. Dat zou Philip Freriks ook moeten doen. Toch vraag ik mij af of het verhaal niet wat zwakjes was, ik bedoel, het volk geeft deze regering als rapportcijfer een 5. Ze hadden wel wat krachtigere taal mogen gebruiken. ‘We staan er relatief goed voor' - daar worden de burgers niet warm van. En er staan wéér termen in die onbegrijpelijk zijn. Een ‘handvest verantwoord burgerschap', wat wordt daar eigenlijk mee bedoeld? Of een ‘verwijs-index risicojongeren'? De samenleving is in verwarring en staat onder druk. Ik vraag me af of je het red met de belofte van een handvol toezichthouders en 125 wijkagenten.' ‘Een drankje, majesteit?' ‘Graag. Een glaasje rode wijn. Dat zwaait wat makkelijker zodirect, op de terugweg. Zwaaien wordt sowieso een crime, want deze jurk kruipt nogal op. Nee, de troonrede van dit jaar zal op de nodige kritiek stuiten. Ze zullen zeggen: het is te flets, teveel een goed nieuws show. Ik zie de commentaren in de krant al voor me: holle frasen, lege hulzen, loze beloftes. Weet u, eerlijk gezegd zou ik liever iets anders voorlezen. Bijvoorbeeld een mooie passage van Dag Hammarskjöld, mijn favoriete filosoof. Zoiets als: ‘Alleen de hand die doorstreept, kan de waarheid schrijven'. Wat had ik dat graag met de troonrede gedaan, mevrouw Verbeet.' ‘De koets wacht, majesteit'. ‘Fijn. Terug naar de kleinkinderen! We gaan vanmiddag gezellig samen poffertjes bakken. Daar kijk ik al de hele dag naar uit.'